25 april in Italië, 4 & 5 mei op één dag
“Paolo en Mario Giustini uit Castelfranco aan de Po, waren vissers. Op de ochtend van de achtentwintigste april 1945 werden zij door de Nazifascisti uit hun bed gehaald. De soldaten wilden de boot van Paolo en Mario, maar die was de dag ervoor al door soldaten van de Wehrmacht in beslag genomen. Omdat de Nazifascisti dit niet geloofden, werden de twee standrechtelijk gefusilleerd.”
Het is vandaag vierentwintig april en zoals meestal heb ik de radio aan, terwijl ik de berg afrij naar mijn werk. RAI2 is de kunst, cultuur, nieuws en nog veel meer zender van de landelijke radio. Een beetje een kruising tussen Radio 1,2 & 4, zeg maar. Vandaag geen lichte muziek, geen grappen en grollen, en geen geestige inbel- of reactie- items. Een van de meer populaire van die laatste heet, Amore smetti la, Liefste hou ermee op, waarin mensen ergernissen over hun partners delen. Niveau, ze draait de dop nooit op de tandpasta. Vandaag dus niet. De hele dag worden de namen en de korte verhalen van de mensen verteld, die gestorven zijn op vijfentwintig april 1945. Misschien ook doordat ze zo kort zijn en zo feitelijk, zijn het aangrijpende verhalen.
In Nederland wordt herdacht op 4 mei, de dag voor de capitulatie en is de dag erna bevrijdingsdag. De dag dat die capitulatie getekend werd. In Italië is 25 april Bevrijdingsdag, Festa della Liberazione. Op 25 april 1945 kondigde het Bevrijdingscomite van Noord Italië de algemene opstand tegen de Nazifascisti af. Hoewel het daarna snel ging, zeker toen het Duitse leger zich overgaf op de tweede mei, was de oorlog dus zeker niet voorbij op de vijfentwintigste april. Lastig ook als er eigenlijk een burgeroorlog aan de gang is, waarin de Italiaanse fascisten met hulp van het Duitse leger, zowel tegen de oprukkende geallieerden, als tegen de andere helft van het Italiaanse leger, als tegen de voornamelijk communistische partizanen vochten. Het was gewoon chaos. De moeizame omgang van Italië met dit laatste stuk van de oorlog blijkt al uit de gekozen naam van de tegenstander: Nazifascisti. Op die manier zijn de Duitse Nazi’s toch iets meer verantwoordelijk dan de Italiaanse Fascisten.
Het Festa della Liberazione is dan ook meer herdenkingsdag dan bevrijdingsdag. Natuurlijk zijn er her en der ook culturele festivals en zo. Maar het is vooral de dag dat er kransen worden gelegd, heel veel kransen. En iedere hoogwaardigheidsbekleder doet het, van Mattarella, de president van de republiek, tot Franco Rubini, de burgemeester van Grizzana Morandi.
Wij wonen hier op de oude Linea Gotica, de frontlinie van 1944 tot 1945 én vlak naast Monte Sole, waar meer dan achthonderd burgerslachtoffers vielen in een gruwelijke serie oorlogsmisdaden. Er zijn in Grizzana dus heel veel monumenten en gedenkplaatsen, achttien om precies te zijn. En die krijgen op de vijfentwintigste allemaal een krans. De burgervader heeft er een dagtaak aan.
‘Voi cosa fate, domani?’ Diana, onze buurvrouw, kijkt me glazig aan als ik haar vraag wat ze op Bevrijdingsdag gaan doen.
‘Niente, facciamo il ponte del primo maggio.’ Niets dus, omdat ze de brug van de eerste mei doen. Il Ponte, de brug is voor de meeste Italianen het belangrijkste aan de vijfentwintigste april. Als de dag een beetje gunstig valt, kun je met één vakantiedag een superlang weekend vieren. Dit jaar valt het op een vrijdag. Niet slecht natuurlijk, maar de dag van de arbeid is óók een nationale feestdag en die valt op een donderdag dit jaar. Veel beter. Bovendien worden er nog steeds veel festivals en feesten georganiseerd op 1 mei, inclusief een gigantisch concert in Rome centrum.
De volgende ochtend is het de tachtigste herdenking van het einde van de tweede wereldoorlog in Italië. Onze hond, Luce, volgt geursporen bergop en bergaf. Soms kan ik aan een afdruk zien of het om herten, zwijnen of iets anders gaat – vandaag niet. Vandaag wordt is er in ieder geval geen eerbiedige stilte of waardige rust. Van alle kanten klinkt het gejank van tweetakmotoren. Het Festa della Liberazione, viert hier voornamelijk de bevrijding van te hoog gras en onkruid.
Diana schiet in de lach als ik de dag omdoop tot Festa dello Decespugliatore – het feest van de bosrandmaaiers. Even later komt Marco, haar man, de hoek om. Hij heeft zich in een witte papieren overal gehesen en om zijn nek hangt, een bosrandmaaier.
‘Che festa.’ Zegt hij en kijkt haar aan alsof ze haar laatste hersencellen is verloren. Hoezo, feest?